
Met dank aan mijn gidsen
Zoals John zei: "Toeval is een woord dat mensen uit onwetendheid en gemakzucht hebben bedacht."
De verbinding
Heel wat jaren terug had ik een keer een vrije week want ik had weer eens een zware therapie dag gehad, waarna ik altijd enkele dagen vrij nam. Tijdens de therapie sessie was het thema verbinding naar boven gekomen. Mooi thema, een beetje nieuw voor me.
Op een ochtend in die vrije week besloot ik een appeltje van onze kleine appelboom te eten. Dat had ik nog nooit gedaan. Waarom niet weet ik niet, want die groeide al wat jaren in een bak. Ik was net wakker, kroop mijn bed uit, naar beneden, en plukte een mooi rood appeltje. Samen met de rest van mijn fruitbord, schilmesje en een theedoek, sloop ik weer naar mijn bed. Na een paar kleine happen zag ik opeens een mier op de theedoek, die onder mijn fruitbord lag. Ik schrok en schoot uit: “Wat! Jakkes! Een mier in de slaapkamer? Dat kan echt niet!” Ik had nog nooit een mier in mijn slaapkamer gehad. Ik pakte direct de theedoek en klopte hem boven de grond uit. Maar toen ik wat beter keek bleek een hele familie mieren in de appel te zitten. “Ach gut, een hele familie… Wat nu? Laat ik die naar beneden brengen en in de tuin leggen.” De kruipende mieren familie bracht ik snel in veiligheid naar een plekje in de tuin. Toen ik weer boven was ging ik de slaapkamer rond, op zoek naar die ene mier die ik zo ruw van de theedoek afgegooid had, waar ik inmiddels spijt van had. Maar die was nergens meer te bekennen. Jammer.
Ik ging verder met mijn vrije ochtend ritueel, at de rest van het fruit op en ging liggend mediteren. Het hoofdkussen plaatste ik links naast me want bij mediteren legde ik mijn hoofd vrij plat. Ogen dicht. Stilte. Dat ging heel mooi. Opeens, middenin de meditatie, out of the blue, wat ik nooit doe, draaide ik mijn hoofd naar links en opende mijn ogen. En wat zag ik: een mier kroop over het kussen. De mier! Daar was ‘ie! Oh wat was ik blij. Ik snelde mijn bed uit, pakte een paar papieren, manoeuvreerde de mier op een papier en bracht hem snel naar zijn familie in de tuin. De verbinding!
Dit was godenwerk. Gidsen… dankjewel voor deze herkansing.


Pissig
Het was weer boodschappendag. Zo’n dag na een zware werkweek, drukte in mijn hoofd, en dan nog boodschappen doen op een vrijdagmiddag. Niet handig, maar goed. Ik moest net te lang wachten voor een kassa, vond ik. Die mevrouw voor me hield met haar gepraat iedereen op, en dan dit nog en dan nog dat, niet eens om iets te kopen. Toen ze eindelijk klaar was mompelde ik haar een Nederlandse uitdrukking toe voor iemand die je echt niet mag, onverstaanbaar hoor, en rekende mijn spullen af. Het bonnetje hield ik in mijn hand want ik had haast. Bij de auto aangekomen zocht ik de sleutels in mijn tas, en daar ging het bonnetje. Geen probleem, dat kan ik wel met mijn voet vastzetten als het op de grond ligt. Nee, dat lukte niet, de wind blies het alweer verder, oh jee, onder de auto. Daar bleef het liggen. Best een eind onder de auto. Tas op de grond, ik op de knieën, hoofd omlaag, nog dieper buigen, nog dieper, mijn hoofd op de grond, me nog kleiner maken, ja, zo kon ik eindelijk ver genoeg onder de auto komen om het net te kunnen pakken. Boodschap was duidelijk. Nee lezer, niet nu mij gaan uitlachen want dat is niet leuk. Oh oh oh wat heb ik moeten buigen voor het leven en voor die mevrouw… Gidsen… Ze horen ook alles.
Val
Een keer paste ik op een huis. Op een nacht, ik was weer wakker geworden of kon niet in slaap komen, dat weet ik niet meer, liep ik naar de keuken om wat te nuttigen. Ook al was het donker, ik vond het niet nodig om in de gangen licht aan te maken. Op weg terug naar bed deed ik de toilet aan. Ik opende de deur en stapte naar binnen. Ik herinner me nog dat door het ontbreken van weerstand onder mijn voet de vraag omhoog schoot: waar is de vloer van de wc gebleven? De situatie was me heel snel helder: ik had per abuis de kelderdeur geopend die zich naast de toilet bevond. Terwijl ik in een zwart gat omlaag viel bood ik direct mijn verontschuldigingen aan, want door de positie waarin ik mezelf had geplaatst had ik ‘ze’ (mijn gidsen) immers aan het werk gezet. Meteen ook bedankte ik ‘ze’, omdat ik er niet aan twijfelde dat de nodige hulp geleverd zou worden. Verder was het wachten tot eindelijk de keldervloer mijn val brak. Op handen en voeten kroop ik terug de trap op, verbaasd hoe snel een mens kan denken. En al had ik een paar blauwe plekken opgelopen, ik was blij met dit voorval. Het bracht ook een andere gebeurtenis terug in mijn bewustzijn, een gebeurtenis die ik anders misschien vergeten zou zijn.


Vastgelopen in de bergen
Een paar jaar eerder was ik voor twee weken de bergen ingetrokken. Ik was alleen en had heel weinig bergervaring. Daarom besloot ik de risico’s te beperken door, als ik de bergen introk, dezelfde weg terug te nemen, zodat ik niet voor onaangename verrassingen zou komen te staan. Dat lukte niet altijd. Een keer kwam ik niet verder op een bergpad. Ik stond op het punt waar ik op de heenweg vanaf een plateau voorzichtig naar beneden was gesprongen. Het bergpad waarop ik mij bevond bestond uit een smalle streep waar aan de ene kant de rots steil omhoog liep, aan de andere kant de rots direct de afgrond in verdween.
Op de heenweg was vanaf dat punt het vervolg van het bergpad een ramp geweest. Maar de waterval was vanaf dat punt ook al zichtbaar en die lonkte. Daar wilde ik heen. Dat heb ik doorgezet. Tja… Bij die waterval aangekomen heb ik een half uur leunend tegen de bergwand gestaan. Ik vrat mezelf op van de zenuwen over de terugweg.
En nu op dit punt aangekomen, dit had ik niet verwacht, echt niet. Nu stond ik daar en ik moest zien opnieuw op het plateau terecht te komen. Dat hield in dat ik me met één hand en met één voet op uitsteeksels in de bergwand moest kunnen afzetten, voordat ik een arm op het plateau kon leggen en mezelf omhoog kon trekken en duwen. Maar ik vond geen houvast want de rotswand brokkelde bij ieder duwtje af. Ik had slechts luttele decimeters schuine grond om op te staan en dan volgde de afgrond. De andere kant het pad verder aflopen was geen optie want het pad hielp op bij de waterval. Niemand wist waar ik me bevond, en ik was al uren niemand tegengekomen. Ik probeerde de mobiele telefoon om hulp in te schakelen, maar, zoals ik al vreesde, werkte die niet omdat ik me tussen hoge bergtoppen in bevond. Een tijdje bleef ik proberen toch houvast te vinden. Vergeefs. Steeds wanneer ik enige druk uitoefende op een oneffenheid in de rotswand begaf die het. Toen ik zag dat mijn mogelijkheden om het bergpad te vervolgen redelijkerwijs waren uitgeput, zei ik: til me maar op. Zonder nog iets te checken pakte ik lukraak een uitsteeksel voor een hand en eentje voor een voet en zette ik mijn volle gewicht erop. Voor ik het wist stond ik weer bovenop het plateau. Ik dankte hemel en aarde.


Maak jouw eigen website met JouwWeb